De rechtszaak van Elden Ring Player: een "vaardigheidsprobleem" of misleidende marketing?
Een Elden Ring -speler, Nora Kisaragi, heeft een rechtszaak aangespannen tegen Bandai Namco en FromSoftware in Massachusetts Small Claims Court. Kisaragi beweert dat de ontwikkelaars consumenten hebben misleid door substantiële game -inhoud te verbergen en een "hele nieuwe game ... verborgen binnen" te claimen vanwege de hoge moeilijkheidsgraad van de games.
De rechtszaak komt voort uit de overtuiging van Kisaragi dat fromsoftware opzettelijk belangrijke game -inhoud verduistert door de notoir uitdagende gameplay. Deze claim wordt gevoed door datamined content, die Kisaragi interpreteert als opzettelijk verborgen functies in plaats van het snijden van inhoud. De eiser citeert vage referenties uit de eerdere werken van FromSoftware, zoals vermeldingen in kunstboeken en ontwikkelaarsverklaringen, als "constante hints" die hun theorie ondersteunen. Het kernargument van Kisaragi is dat spelers betaalden voor ontoegankelijke inhoud zonder zelfs maar te weten van het bestaan ervan.
De levensvatbaarheid van de rechtszaak is zeer twijfelachtig. De eiser mist concreet bewijs en vertrouwt uitsluitend op speculatie en interpretatie van dubbelzinnige verklaringen. Terwijl de rechtbank van Massachusetts kleine claims van 18 jaar en ouder toestaat om zonder advocaat aan te klagen, zal de rechter de verdienste van de zaak bepalen. Zelfs als de eiser met succes een schending van de wet van de consumentenbescherming zou beweren door misleidende marketing te claimen, het bestaan van een "verborgen dimensie" te bewijzen en het aantonen van schade aan consumenten buitengewoon moeilijk zal zijn. De potentiële schade die wordt toegekend in de rechtbank van Small Claims zijn ook beperkt.
Ondanks de lage kans op succes, is het verklaarde doel van Kisaragi geen financiële compensatie, maar om Bandai Namco te dwingen om publiekelijk het bestaan van deze vermeende 'verborgen dimensie' te erkennen.
De spelgemeenschap beschouwt de rechtszaak grotendeels als absurd, aangezien dataminers waarschijnlijk dergelijke uitgebreide verborgen inhoud zouden hebben ontdekt. De aanwezigheid van ongebruikte activa in spelcode is een gemeenschappelijke industriële praktijk, vaak als gevolg van ontwikkelingsbeperkingen, en duidt niet noodzakelijkerwijs op opzettelijke verhulling.
De uitkomst van deze ongebruikelijke rechtszaak valt nog te bezien, maar het zeer speculatieve karakter en het gebrek aan substantiële bewijzen suggereren een waarschijnlijk ontslag.